De Mandarijn eend (Aix galericulata) is een exotische soort die je eigenlijk niet in Nederland zou verwachten. Oorspronkelijk komt deze soort uit Oost-Azië en maakt de eend zijn nesten in verlaten spechtennesten op grote hoogte. Een tijd terug is de Mandarijn eend uit een collectie van iemand ontsnapt en heeft het zijn weg gevonden in de Nederlandse natuur. Sinds kort broed deze vogel ook in het wild. De Mandarijneend is familie van de Carolina eend.
Kenmerken van de Mandarijneend
De Mandarijneend is een kleine eend, waarbij het mannetje een opvallend en kleurrijk verenkleed heeft. De kruin van het mannetje is paars, oranje en groen gekleurd en hij heeft een brede witte wenkbrauwstreep die loopt van het oog tot in de nek. Het mannetje heeft een oranje baard en boven het achterlijf uitstekende oranje veren. Zijn borst is paars en de flanken oranjebruin. Het vrouwtje heeft niet zulke bijzondere keuren en is grijsbruin met gevlekte flanken. Er bestaat ook een witte variant van de Mandarijneend. Dit is een kleurmutatie en door de mens zo gefokt. De Mandarijneend is een stille vogel, alleen het mannetje maakt een fluitend geluid. Mandarijneenden zijn 42 tot 49cm lang en ongeveer 600gr.
Leefomgeving en voedsel
Het oorspronkelijke leefgebied van de Mandarijneend ligt in het oosten van China en het noorden van Noord-Korea. Ook in Japan komen ze voor. In Europa komt de Mandarijneend plaatselijk voor in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Oostenrijk, Zwitserland, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk.
In Nederland leeft de Mandarijneend het liefste bij wateren met een bosrijk gebied of op dicht begroeide eilandjes. Het nest bevindt zich vaak in de buurt van meren en rivieren met een rijke oevervegetatie. Mandarijneenden maken hun nesten in oude bomen, omdat die bomen holtes hebben waarin de Mandarijneend zich nestelt. Als je Mandarijneenden houd dan kun je de eendenvijver het beste zo inrichten dat er een nest op paal of iets hoger van de grond bevind. Ze willen ook nog wel eens langs de rand van de vijver hun eieren uitbroeden. Mandarijneenden kunnen, vergeleken met andere eendensoorten, goed zien in het donker.
In de zomermaanden eet de Mandarijneend voornamelijk waterinsecten, die dan veel te vinden zijn. In de rest van het jaar eet de Mandarijneend voornamelijk plantaardig materiaal zoals zaden en noten, met af en toe een slak. Eenden die gehouden worden kunnen goed teren op watervogelkorrel. In het artikel voer voor watervogels lees je hier meer over.
Eendentrek
Oorpronkelijk trekt de Mandarijneend van het Oosten en Noorden van Azië naar het Zuidelijke deel. Vaak verblijven ze daar van april tot september en trekken ze daarna weer terug. De Mandarijneend in Europa zijn over het algemeen standvogels. Dit betekent dat ze het gehele jaar op dezelfde plek blijven en dus niet op trek gaan. De Mandarijneend heeft zich over het algemeen aangepast aan de weeromstandigheden van Europa maar na een winter met een periode van strenge vorst, daalt het aantal meestal wel.
Broedseizoen
De Mandarijneend broedt in Europa van april tot juni en heeft in deze periode één legsel. Een nest bevat tussen de 8 en de 12 eieren. De Mandarijneend broedt in (boom) holtes. De Mandarijneend broedt in paren en voedt ook samen de jongen op, dit paartje blijft vaak hun hele leven samen. Na een Broedduur van 28 tot 31 dagen komen de jongen uit. Gelijk na dag 1 verlaten de jongen het nest en komen ze er ook niet meer terug. De ouders verzorgen ze op het water en in het gras, en na 60 dagen kunnen ze vliegen en verlaten ze de ouders. De jongen zijn net zoals de moeder, grijsbruin van kleur.