Carolina Eend

De Carolina eend (Aix sponsa) was in het begin van de 20e eeuw bijna uitgestorven doordat er teveel op gejaagd werd. Gelukkig is de populatie weer gegroeid in zijn oorspronkelijke leefgebied, Noord-Amerika. De Carolina eend is in West-Europa komen wonen doordat hij ontsnapt is uit een siercollectie. Rond 1985 vestigde de Carolina eend zich in Nederland.

Kenmerken van de Carolina eend

De kleurige Carolina eend is een naaste familielid van de Mandarijneend, die ook een kleurig verenpak heeft. Het Carolina eend vrouwtje is grijsbruin van kleur. Het mannetje heeft een kleurrijk verenpak met de kleuren oranje, groen, paars, blauw en rood. Door een mutatie van de mens is hij er ook in de kleuren, blond, wit en zilver. De snavel van de Carolina eend is helderrood van kleur. De Carolina eend is 43 tot 51cm lang. Het mannetje weegt rond de 680gr en het vrouwtje rond de 540gr.

Leefomgeving en voedsel

Carolina eenden leven het liefste in rustige meren en eendenvijvers omgeven door veel waterplanten en andere vegetatie. Waterplanten en eendenkroos vinden ze een heerlijke traktatie. De kleine diertjes die hierin leven, vormen een belangrijke eiwitbron voor deze eenden. Als basisvoer is een watervogelkorrel al voldoende.  Carolina eenden zijn sterk en kunnen goed tegen de winter. Het zijn gemakkelijk te houden vogels en eisen niet veel. De Carolina eend een verplaatst zich moeiteloos over het land en strijken in de vrije natuur vaak neer in bomen.

Eendentrek

In hun natuurlijke leefomgeving, Noord-Amerika, gaan de Carolina eenden in de wintermaanden op eendentrek. Ze overwinteren vaak in het Zuidelijke deel van Noord-Amerika en in Mexico. In Europa komen ze niet veel voor in het wild, maar gaan ze ook niet op eendentrek. Carolina eenden zijn winterhard en kunnen goed tegen de kou in Europese gebieden.

Broedseizoen

Na de rui in het najaar zullen de Carolina eenden paren vormen om samen de eieren uit te broeden en de jongen eenden groot te brengen. Carolina eenden zijn holenbroeders en leggen dan ook hun eieren in een beschutte plek zoals een nestkastje, zowel dichtbij het water als verder weg. Soms nestelen de Carolina eenden zich ook in een ingegraven ton met toegangsbuis. Een legsel zal rond de 10 tot 13 roomkleurige eieren bevatten, het vrouwtje legt dagelijks 1 ei. De broedtijd duurt 31 dagen waarin alleen het vrouwtje op de eieren zit.

Na 31 dagen komen de jongen uit. Deze zijn vaak donkerbruin van kleur met witte/ gele aftekeningen op de buik. Jongen laten zich in het wild vaak uit de bomen vallen en komen dan ook niet meer terug naar het nest, ze kunnen namelijk nog niet vliegen. Naar ongeveer 60 dagen kunnen ze pas vliegen en hebben ze hun ouders niet meer nodig. Het uitbroeden van de eieren en het opfokken van de eendenkuikens is vrij gemakkelijk, ook voor beginnende liefhebbers.

Bijzonderheden

Ook al is de Carolina eend nauw verwant met de Mandarijneend. Desondanks kunnen ze onderling geen nakomeling krijgen. Dit komt omdat de Mandarijneend een van de weinige watervogels is met een afwijkend aantal chromosomenparen. Eventuele bevruchte eieren van gemengde paren zullen zich nooit ontwikkelen en sterven in een vroeg stadium in het ei al af. Deze twee soorten kunnen dus prima, zonder enig risico samen gehouden worden.